Bij de invoering van de Wet Arbeidsmarkt in Balans (Wab) per 1 januari 2020 is een premiedifferentie ingevoerd voor de WW. Het verschil in premie tussen vaste medewerkers en medewerkers met een tijdelijk contract bedraagt 5%. Maar om de lagere premie te mogen toepassen is een schriftelijk contract vereist...
Voor werknemers met een vast contract betaalt de werkgever 2,94% WW-premie, voor mensen met een tijdelijk contract of oproepcontract bedraagt diezelfde premie 7,94%. Een verschil dus van 5%, allemaal bedoeld om vaste contracten aantrekkelijker te maken voor werkgever.
Vereist voor het afdragen van de lagere premie, is dat de werkgever in zijn loonadministratie de arbeidsovereenkomst beschikbaar heeft, waaruit blijkt dat sprake is van een contract voor onbepaalde tijd (niet zijnde een oproepcontract). Dat contract moet:
schriftelijk zijn;
voorzien zijn van een datum;
door zowel werkgever als werknemer zijn getekend, en;
in de loonadministratie bewaard worden.
En juist deze eenvoudige administratieve eisen zijn in de praktijk vaak niet vervuld. Met name komt vaak voor:
dat bij verlenging van een overeenkomst voor bepaalde tijd geen nieuw contract wordt gemaakt voor onbepaalde tijd (volstaan wordt met een briefje of bevestiging);
dat een van beide partijen niet heeft getekend;
dat het contract eenvoudigweg zoek is geraakt over de jaren.
De deadline om te voldoen aan deze eisen is door de Minister van Sociale Zaken inmiddels verschoven van 1 januari 2020 (ingangsdatum van de Wab) naar 1 april 2020. Dat geeft werkgevers drie maanden de tijd om de administratie alsnog op orde te brengen. Let op dit geldt alleen voor medewerkers die voor 1 januari 2020 al in dienst waren.
Maar als er na 1 april 2020 geen schriftelijke arbeidsovereenkomst in het dossier zit die voldoet aan de voorwaarden, zal werkgever verplicht zijn de hogere WW-premie te betalen – met terugwerkende kracht tot 1 januari 2020.
DUS: werkgevers – tijd om aan de slag te gaan.
Het is zaak om van alle werknemers (voor onbepaalde tijd) te controleren of een schriftelijke arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd voorhanden is. Zo niet, dan moet die voor 1 april 2020 alsnog worden vastgelegd. Die termijn is kort, zeker als werknemers niet zonder slag of stoot akkoord gaan met de vastlegging van de aanspraken, of zelfs proberen een slaatje te slaan uit deze discussie.
Twee zaken zijn in dat verband nog specifiek van belang:
voor de verlenging van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd hoeft niet per se een geheel nieuwe arbeidsovereenkomst te worden getekend. Voldoende is een schriftelijk en ondertekend addendum (aanvulling) op de oorspronkelijke arbeidsovereenkomst waaruit de verlenging voor onbepaalde tijd duidelijk blijkt;
ondertekening mag ook digitaal plaatsvinden (door middel van een digitale handtekening of per mail).
Voor verdere vragen verwijs ik naar het kennisdocument dat de Rijksoverheid hierover heeft gepubliceerd. U kunt natuurlijk ook contact met mij opnemen om uw vragen te beantwoorden of hulp te krijgen bij het opstellen van uw nieuwe overeenkomsten.
Bilthoven, 4 februari 2020
Annette van Vught
Advocaat en mediator
Deze blog maakt onderdeel uit van de website van Van Vught Ondernemingsrecht,
Advocatuur en mediation
Comments