top of page

Wettelijke rente aangepast

Foto van schrijver: AnnetteAnnette


Per 1 januari 2025 zijn de tarieven voor de wettelijke rentes naar beneden bijgesteld. Voor algemene vorderingen en consumententransacties is deze nu 6,0%. En voor handelstransacties (tussen bedrijven) 11,15%.




Ieder half jaar worden de wettelijke rentes opnieuw vastgesteld, op basis van de renteontwikkeling op de markt. Jarenlang waren de rentes onveranderd laag, maar met de wereldwijde rentestijgingen zit er vanaf 2023 weer beweging in deze rentetarieven.


Verschillende rentesoorten

Wettelijke rente is de rente die een partij betaalt als hij te laat is met het voldoen aan zijn verplichtingen. Deze wordt ook wel ‘vertragingsrente’ genoemd. Daarbij wordt onderscheid gemaakt tussen:

  • wettelijke handelsrente (artikel 6:119a BW): deze geldt alleen voor de betaling van geldvorderingen die voortkomen uit een handelsovereenkomst, dat wil zeggen een overeenkomst tussen bedrijven;

  • gewone wettelijke rente (artikel 6:119 BW): deze geldt wanneer consumenten te laat zijn met betalen, maar ook voor vorderingen die niet uit een overeenkomst voortvloeien. Bijvoorbeeld bij betaling van schadevergoeding, ook tussen twee bedrijven.


De handelsrente geldt niet alleen tussen B.V.’s en N.V.’s maar ook voor eenmanszaken en vennootschappen onder firma. In feite voor iedereen die handelt in de uitoefening van een bedrijf of vrij beroep.


Daarnaast bestaat ook nog contractuele rente. Het is mogelijk om in een overeenkomst (ook bij algemene voorwaarden) af te wijken van de standaard wettelijke rente en een ander rentetarief af te spreken. Daarbij hanteren bedrijven vaak 1% per maand (feitelijk dus 12% op jaarbasis). Vaak zie je zelfs “1% per maand of gedeelte van een maand” – dat betekent dat bij bijv. drie dagen termijnoverschrijding al een hele maand rente verschuldigd is.


Wanneer verschuldigd?

De wettelijke rente is verschuldigd als een schuldenaar ‘in verzuim’ is met betalen. Wanneer partijen een vaste betalingstermijn of betaaldatum zijn overeengekomen, is de schuldenaar vanaf die datum meteen in verzuim en dus rente verschuldigd. Zo’n vaste betalingstermijn heet daarom ook wel een ‘fatale termijn’. Maar als er geen vaste betalingstermijn is afgesproken moet de schuldeiser de schuldenaar eerst in gebreke stellen, dat wil zeggen: aanmanen tot betaling binnen een redelijke termijn. Pas na het verstrijken van die aanvullende termijn is de rente verschuldigd.

Op de verplichting om eerst aan te manen geldt een aantal uitzonderingen, bijvoorbeeld als de schuldenaar al op voorhand duidelijk maakt dat hij toch niet gaat betalen.


Bij handelstransacties (tussen bedrijven) is aanmaning in principe niet nodig. Als handelsbedrijven geen betalingstermijn afspreken, geldt automatisch een betalingstermijn van 30 dagen na de ontvangst van de factuur of – als die datum niet bekend is – 30 dagen na ontvangst van de levering of prestatie. Daarna wordt de wettelijke handelsrente verschuldigd.

Daarbij geldt dat handelsbedrijven in principe geen betaaltermijn kunnen afspreken van meer dan 60 dagen (tenzij daar goede redenen voor zijn), en dat grote bedrijven tegenover kleine bedrijven zelfs niet meer dan 30 dagen mogen bedingen.


Wanneer de vordering niet voortkomt uit een overeenkomst – bijvoorbeeld bij een schadevergoeding wegens onrechtmatig handelen – moet de schuldeiser het bedrag eerst opeisen en zo nodig nog een keer aanmanen (in gebreke stellen).


Pressiemiddel en compensatie

Het in rekening brengen van wettelijke rente is niet alleen een middel om vertragingsschade te compenseren, maar het is ook een mooi pressiemiddel. Zeker de wettelijke handelsrente, die veel hoger is dan de rente die bedrijven normaal betalen voor financiering.

Toch gaan bedrijven er vaak niet toe over om wettelijke (handels)rente in rekening te brengen. Bij een vaste handelsrelatie is het toch een hele stap om je klant 10,5% rente in rekening te brengen, zeker als de klant slechts incidenteel te laat betaalt. Dat komt de relatie niet ten goede...


In dat verband is het goed om je te realiseren dat een rentevordering pas na vijf jaar verjaart. Bij een relatie waarin jarenlang slecht wordt betaald, kan een schuldeiser de druk opvoeren door te dreigen om wettelijke (handels)rente over de laatste vijf jaar in rekening te brengen. Zo’n vordering kan flink oplopen, zodat een stevig pressiemiddel ontstaat.

En juist als een relatie uiteindelijk stuk loopt op slecht betalingsgedrag, is het de moeite waard om nog een claim neer te leggen over het verleden.



Deze blog maakt onderdeel uit van de website van Van Vught Ondernemingsrecht, Advocatuur en mediation. Ook bij incassozaken kan mijn kantoor u bijstaan.



Bilthoven, 3 januari 2025



Annette van Vught

Advocaat en mediator



Comments


© 2018 AvV - proudly created with Wix.com

bottom of page